De rentes voor woonleningen kennen sinds begin dit jaar een duidelijk stijgend verloop. Waarvoor kiest u nu het best: een vaste of een variabele rentevoet en waarom? We luisterden bij AXA Bank en Crelan, die tot dezelfde bankengroep behoren.
Wie een hypothecaire lening afsluit, heeft de keuze tussen een vaste of een variabele rentevoet. Een vaste rentevoet blijft de hele looptijd van uw lening dezelfde. Een variabele rentevoet kan schommelen. Hoe frequent en in welke mate de rentevoet fluctueert, is afhankelijk van de gekozen formule. U kan bijvoorbeeld opteren voor rentevoeten die om het jaar, om de vijf jaar of om de tien jaar aanpasbaar zijn. Interessant om weten is dat een rentevoet wettelijk maximaal kan verdubbelen. Start u met een variabele rentevoet van 2,5%, dan kan die nooit meer bedragen dan 5%.
Objectieve en subjectieve elementen
“Bij de keuze tussen een vaste en een variabele rentevoet spelen zowel objectieve als subjectieve elementen een rol”, zegt Leo De Roeck in naam van AXA Bank en Crelan. “Bankagenten geven de klanten een goed inzicht in de verschillende kredietformules, hun voor- en nadelen en de mogelijke spread van de rente. De spread duidt de stijging van de rentecurve aan en geeft het verschil weer tussen de kortetermijnrente en het gemiddelde van de verwachte langetermijnrente. Daarnaast is ook dit bepalend: de marktverwachting en de looptijd van het krediet, de aflossing waarbij de klant zich comfortabel voelt. Uiteindelijk merken we dat een ruime meerderheid van de klanten opteert voor zekerheid en gemoedsrust, dus voor een vaste rentevoet.”
Voor een woonkrediet met een vaste rentevoet, een looptijd van twintig jaar en een kredietbedrag tussen 81 en 100% van de waarde van het pand, bedraagt de rentevoet momenteel gemiddeld 2,87%, tegenover 1,53% in januari. “Momenteel is er een opwaartse druk op de marktrente en dat speelt gevoelsmatig eerder in het voordeel van een vaste rentevoet. Dat biedt bescherming tegen verwachte rentestijgingen. Daar tegenover staat dat bij aanvang van het krediet een vaste rentevoet hoger is dan bij een variabele formule”, aldus De Roeck. “Al is de rente voor woonkredieten de laatste maanden gestegen, de kostprijs van een krediet is nog relatief laag. Ook dat kan een overweging zijn bij klanten om dat renteniveau vast te klikken.”
Voor- en nadelen
Zowel vaste als variabele rentevoeten hebben hun voor- en nadelen. “Bij een variabele rente volgt u consequenter de evolutie van de marktrente en ligt de rentevoet bij aanvang van het krediet lager dan bij een vaste formule. De spread van het krediet bepaalt ook de minimum- en maximumrente die u tijdens de looptijd van het krediet kan betalen. De stijging en daling van de rentevoet is met andere woorden begrensd. Het nadeel van een variabele rentevoet is dat u minder zekerheid inbouwt en dat u uw gezinsbudget tijdens de looptijd van het krediet meer of minder aanspreekt. Bij een vaste renteformule hebben we net het omgekeerde, maar we merken wel dat vele klanten toch opteren voor de gemoedsrust en de zekerheid van vaste maandelijkse kosten.”
Wat de kredietnemer finaal beslist, hangt van diverse factoren af. “Het is uiteraard belangrijk dat de klant zich vooraf goed informeert en verschillende elementen in overweging neemt. Denk bijvoorbeeld aan het verschil in startrente, de spread, de marktverwachting, de lange of kortere looptijd, het kredietbedrag en de impact op het gezinsbudget. Maar de uiteindelijke overweging blijft toch altijd dit: voelt de klant zich comfortabel bij een maandelijkse aflossing die tijdens de looptijd van het krediet kan variëren?”
Tussenvormen
Naast de twee uitersten in het aanbod – een jaarlijks aanpasbare rente en een volledig vaste rente - zijn er ook tussenvormen mogelijk, met een bepaalde periode van het krediet aan een vaste formule - bijvoorbeeld 10 jaar - en nadien een overstap naar een variabele formule. Dat geeft de klanten de mogelijkheid om meer zekerheid in te bouwen tijdens de beginfase waarin de kosten en de druk op het gezinsbudget hoger liggen. De Roeck: “Een andere mogelijkheid is het kredietbedrag opdelen in deels een variabele en deels een vaste formule. Daarnaast zijn er ook variabele formules die toelaten om bij een rentewijziging de looptijd van het krediet aan te passen, dus te verlengen of in te korten, om op die manier het maandelijkse bedrag ongewijzigd te laten.”
bron: Spaargids